Eventuele mee- en tegenvallers
In voorgaande paragrafen lieten we het financiële beeld zien zoals dat bekend is bij het opstellen van deze najaarsnota. De bijstellingen in deze najaarsnota hebben hun basis in de inzichten van mei/juni. De behandeling van de najaarsnota in Provinciale Staten staat gepland in november. Provinciale Staten willen bij de behandeling van P&C-documenten, zoals deze najaarsnota, inzicht hebben in mee- en tegenvallers die we verwachten. Die beïnvloeden de financiële realisatiekracht, het vermoedelijke jaarresultaat en kunnen op langere termijn doorwerken. Het is wenselijk om financiële bandbreedtes te gebruiken. Dat is een inschatting van de financiële onzekerheid door middel van een onder- en bovengrens. In het vervolg van deze paragraaf wordt daartoe een aanzet gedaan.
Lasten
Lastneming subsidies
Subsidies zijn een groot deel van de provinciale begroting. De lastneming van subsidies is gebonden aan speciale verslaggevingsregels. Dat wil zeggen dat een verstrekte subsidie in het kalenderjaar 2025 niet altijd als last (volledig) verantwoord wordt in het boekjaar 2025. Voor subsidies onder de € 250.000 worden de lasten verantwoord in het jaar waarin de activiteiten beginnen. Voor subsidies boven de € 250.000 worden de lasten toegerekend aan de jaren waarin de activiteiten plaatsvinden. Dit is ook zo vastgelegd in de provinciale financiële verordening in artikel 4.46.
Via de standaard P&C-cyclus schatten we zo goed mogelijke in wat er aan subsidies verstrekt zal worden en welke bedragen in welke jaren verantwoord gaan worden. De realisatie (= lastneming van subsidies) kan hiervan afwijken. Activiteiten beginnen bijvoorbeeld later dan gedacht of de subsidieontvanger stelt de planning van de uitvoering van activiteiten bij. Ook kunnen er aan het einde van het jaar nog eindafrekeningen van subsidies binnenkomen. Als de ontvanger van de subsidie de activiteiten niet (volledig) uitvoert dan leidt dit tot een teruggaaf aan de provincie. Deze eenmalige voordelen zijn nog niet in de begroting geraamd en komen pas bij het opstellen van de jaarstukken tot uitdrukking. Bij Najaarsnota 2024 is besloten tot het instellen van de egalisatiereserve lastneming subsidies. Daarin worden bij de jaarrekening de niet-bestede subsidiebudgetten gestort waarvoor al verplichtingen zijn aangegaan. Daarmee worden de lastnemingen gedekt van die subsidies in komende jaren. Standaard bijstellingen in P&C-producten zoals de voorjaarsnota en najaarsnota lopen niet via de egalisatiereserve en vinden plaats via het begrotingssaldo . Dat betekent dat wanneer er gedurende het begrotingsjaar aanpassingen worden verwacht in het bestedingsritme van de subsidieontvanger doordat de lasten later worden gerealiseerd, dat wij het kasritme daarop aanpassen. Dat kan betekenen een vrijval in het begrotingssaldo van het lopende begrotingsjaar en een claim op het begrotingssaldo in de daaropvolgende jaren. Deze mutatie is budgetneutraal.
Qua bandbreedte wordt, op basis van voorgaande jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag tussen de € 10 miljoen en € 35 miljoen.
Uitvoeringskracht externe partijen
De provincie heeft als middenbestuur een bijzondere positie. De provincie maakt zelf beleid en voert veel taken zelf uit. Maar de provincie heeft ook veel verschillende rollen als het gaat om het mogelijk maken, stimuleren, regisseren, deelnemen en starten van nieuwe ontwikkelingen en projecten samen met anderen. In die samenwerking hebben we verschillende rollen. Het omgaan met die externe omgeving is een belangrijk deel van het provinciale speelveld. Of het lukt om provinciale ambities te realiseren is afhankelijk van de uitvoeringskracht van externe partijen zoals gemeenten, leveranciers, aannemersbedrijven, grondverzet- en grondwerkbedrijven en omgevingsdiensten. Die afhankelijkheid kan de planning, en daarmee de realisatie van lastenbudgetten, beïnvloeden en kan leiden tot een onderbesteding in de jaarrekening. Qua onzekerheid wordt, op basis van eerdere jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag van maximaal € 15 miljoen.
Spaarverlof
Bij de behandeling van de jaarstukken 2024 is toegezegd om nader onderzoek te doen naar de wijze waarop de provincie de omvang van het spaarverlof verantwoord in de jaarrekening. Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2025 wordt Provinciale Staten via de Commissie voor Onderzoek van de Rekening (COR) daarover geïnformeerd. Bij het opstellen van de najaarsnota is de uitkomst van dat onderzoek nog niet bekend. In deze najaarsnota zijn daarom geen financiële bijstellingen opgenomen met betrekking tot spaarverlof. Qua bandbreedte wordt ingeschat dat dit gaat om een bedrag van maximaal € 8 miljoen.
Baten
Uitkering provinciefonds
De september circulaire 2025 is vanwege de datum van verschijnen nog niet verwerkt in de najaarsnota. De financiële effecten van de septembercirculaire verwerken we in de voorjaarsnota 2026.
Motorrijtuigenbelasting
De opbrengst is afhankelijk van het aantal auto’s en ook van het totaal aantal elektrische voertuigen. Mocht het aandeel elektrische auto’s sneller stijgen dan de belastingdienst dacht in haar raming voor het jaar 2025, dan kunnen de opbrengsten voor 2025 lager uitvallen.
Rente
De rentebaten op onze tijdelijke overtollige middelen hangen af van de omvang van deze middelen en van de renteniveaus die de ECB vaststelt. De ontwikkeling van beide factoren is onzeker. Onderuitputting beïnvloedt de hoeveelheid tijdelijke overtollige middelen maar ook het Rijk kan invloed hebben door bijvoorbeeld extra geld beschikbaar te stellen voor specifieke taken. Dit gebeurde in 2024 bijvoorbeeld met ZH-PLG.
De koers van de ECB voor renteverhogingen en -verlagingen wordt sterk bepaald door de inflatie. In de voorjaarsnota hebben we al rekening gehouden met twee renteverlagingen van 0,25% in het eerste half jaar van 2025. De gehanteerde percentages voor de rentebaten op schatkistbankieren zijn bij najaarsnota onveranderd ten opzichte van de voorjaarsnota.