Toelichting mutaties
A: Mutaties eerdere P&C producten
Begrotingssaldo t/m de Voorjaarsnota 2025 en Kadernota 2026
Dit is het meerjarige totale begrotingssaldo zoals opgenomen in de Voorjaarsnota 2025 en Kadernota 2026 exclusief amendementen.
Amendementen Voorjaarsnota 2025
Op de Voorjaarsnota 2025 zijn onderstaande amendementen vastgesteld met een financiële impact op het begrotingssaldo:
- A908 'Zaaien voor de toekomst: innovatie voor agrariërs en vissers': € 2,5 miljoen
- A911 'Beter besparen dan opwekken': € 1,5 miljoen
- A914 'Sterke haven, sterke economie': € 0,55 miljoen
- A916 'Minder file? Containers niet op wielen': € 0,15 miljoen
- A917 'Bruggen zijn geen zonaanbidders - koeling vitale bruggen': € 0,3 miljoen
- A918 'Ondersteuning gemeenten bij SMR-verkenning': € 0,5 miljoen
- A919 'Geen meningen, maar wetenschap': € 0,5 miljoen
- A921 'Impuls voor toekomstige innovaties': € 3 miljoen
- A922 'Impuls voor toekomstbestendige innovaties land- en tuinbouw': € 1 miljoen
- A923 'Geen lege handen voor de landbouw 2025': € 2 miljoen
- A924 'Extra geld voor restauratie Rijksmonumenten 2025': € 0,8 miljoen
Amendementen Kadernota 2026
Op de Kadernota 2026 zijn onderstaande amendementen vastgesteld met een financiële impact op het begrotingssaldo:
- A909 'Beheerde ganzen een waardig einde': € 0,5 miljoen
- A912 'Betaalbaar gezond eten in elke buurt': € 0,5 miljoen
- A913 'Investeer in toekomstbestendige landbouw': € 2 miljoen
- A915 Keihard resultaat wasplaatsen': € 2 miljoen
Via amendement 910 'Investeringsagenda 2026-2030' is € 120 miljoen overgeheveld vanuit de algemene vrije reserve naar de nieuwe bestemmingsreserve 'Investeringsagenda 2026-2030'. Dit heeft geen effect op het begrotingssaldo.
Het extra geld vanuit sommige amendementen verdelen we via deze najaarsnota in latere jaren, zodat dit aansluit bij de verwachte besteding van dit geld.
B: Ontwikkeling binnen de ambities
Ambitie 1 Samenwerken aan Zuid-Holland
1-1 Decentralisatieuitkering meicirculaire: Weerbaar bestuur kleine gemeenten
Via de meicirculaire provinciefonds ontvingen we € 0,2 miljoen per jaar in de periode 2025-2029 om de weerbaarheid van kleine gemeenten te versterken.
1-1 Vrijval deel budget Kennis Zuid-Holland
Op basis van actuele inzichten verwachten we dat er incidenteel middelen kunnen vrijvallen vanuit het bestaande budget voor Kennis Zuid-Holland. Dit gaat om € 0,15 miljoen.
1-1 Aanvulling budget Randstedelijke Rekenkamer
Het budget voor de Randstedelijke Rekenkamer was per abuis nog niet geïndexeerd voor 2025. Dat wordt nu alsnog toegevoegd voor € 50.000. Vanaf 2026 wordt dit standaard geïndexeerd.
1-2 Inzet onderbesteding voor Omgevingsbeleid
Op basis van actuele inzichten blijkt dat er incidenteel aanvullende middelen nodig zijn voor Omgevingsbeleid. Dit gaat om € 0,15 miljoen. Dit wordt gedekt vanuit de gedeeltelijke vrijval van het budget Kennis Zuid-Holland.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 1-1
Eind 2024 ontvingen we € 0,2 miljoen uit het provinciefonds voor het versterken van de weerbaarheid van kleine gemeenten. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2024 is dit toegevoegd aan het jaar 2025. Via de meicirculaire 2025 ontvingen we nog eens € 0,2 miljoen in 2025 en latere jaren. Door capaciteitstekort is het onderzoek naar weerbaarheid van kleine gemeenten vertraagd. De beschikbare middelen in 2025 worden daarom nu geraamd in de jaren waarin we verwachten de middelen in te zetten.
Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland
2-1 Vrijval deel budget Concessiemanagement algemeen
Op basis van actuele inzichten verwachten we dat er incidenteel middelen kunnen vrijvallen vanuit het bestaande budget voor onder andere het concessiemanagement. Dit gaat om € 33.000.
2-1 Vrijval HWGO (Bikkergelden)
Op basis van actuele inzichten kan er € 1,8 miljoen vrijvallen vanuit het bestaande budget voor de concessie Hoeksche Waard Goeree Overflakkee:
- Het eenmalig beschikbaar gestelde budget, vooruitlopend op de nieuwe concessie, blijkt maar beperkt nodig te zijn en wordt verlaagd (€ 0,3 miljoen).
- De structureel beschikbaar gestelde middelen (€ 1,5 miljoen) voor de nieuwe concessie zijn per abuis al in 2025 begroot terwijl deze pas vanaf 2026 nodig zijn.
2-1 Indexering Concessiebudget ZHN
Het budget voor de concessie Zuid-Holland Noord (ZHN) was per abuis nog niet geïndexeerd voor 2025. Dat wordt nu alsnog toegevoegd voor € 0,6 miljoen. Vanaf 2026 wordt dit standaard geïndexeerd.
2-1 Motie 1428 (VJN24) 'Veilige rustplaats voor vrachtwagenchauffeurs in Zuid-Holland'
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2024 is motie 1428 door Provinciale Staten aangenomen. Daarin werd door PS verzocht 'om een pakket te verzinnen waarbij het voor gemeentes aantrekkelijker wordt om een locatie beschikbaar te stellen zodat het aantal truckparkeerplaatsen in Zuid-Holland uitgebreid kan worden'. Voor de uitvoering van die motie is nu € 0,5 miljoen geraamd in de periode 2025-2027.
2-1 Actualisatie Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI)
De actualisatie van het PZI leidt tot verschillende bijstellingen over meerdere jaren, zowel voordelig als nadelig. In deze najaarsnota resulteert dit per saldo in een vrijval van € 1,3 miljoen. In de Begroting 2026 zijn ook meerjarige mutaties opgenomen die leiden tot een benodigde aanvulling van het budget van € 2,3 miljoen. Dit houdt vooral verband met de lastneming van het project N59 Energy Highway, waarvoor eerder het investeringsbudget is vrijgevallen.
2-2 Actualisatie beheer- en onderhoudsprogramma
De actualisatie van het beheer- en onderhoudsprogramma leidt tot verschillende bijstellingen over meerdere jaren, zowel voordelig als nadelig. In deze najaarsnota is de bijstelling voor 2025 verwerkt met een nadelig effect van € 0,5 miljoen. In de Begroting 2026 zijn de meerjarige mutaties opgenomen die per saldo leiden tot een vrijval van het budget van € 2,3 miljoen.
2-2 Crisissituatie bij Valkenburgse Meer
De oever van het Valkenburgse Meer is gedeeltelijk ingestort, hierdoor is een onveilige situatie ontstaan. Om te bepalen welke werkzaamheden nodig zijn voor het herstel, voeren we een onderzoek uit. De kosten die we hiervoor maken worden gedekt vanuit een vrijval van budget vanuit beleidsdoel 5-3 (waterveiligheid).
2-2 Bijstellen leges infrastructuur 2025
De opbrengsten van de leges moeten gelijk zijn aan de kosten. De kosten in 2025 zijn gestegen omdat het aantal aanvragen is toegenomen. Daarom verhogen we de opbrengsten vanuit leges in 2025 met ruim € 70.000.
2-2 Omzetten investeringskrediet naar exploitatiebudget voor MER evaluatie Rijnlandroute
Vanuit beheer en onderhoud worden een aantal onderzoeken uitgevoerd voor het project Rijnlandroute. Het betreft onderzoeken over de thema’s geluid, natuur en milieuaspecten (€ 0,1 miljoen). We verlagen het beschikbaar budget (investeringskrediet) in Beleidsdoel 2-1. Hierdoor vallen middelen vrij (kapitaallasten) naar de algemene middelen. Daarvoor in de plaats wordt eenmalig exploitatiebudget beschikbaar gesteld in 2025.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 2-1
Actuele informatie zorgt ervoor dat al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin de lastneming van de subsidies wordt verantwoord of waarin we verwachten dat we de middelen gaan inzetten. Het gaat om € 9 miljoen aan lasten die vooral in 2025 en 2026 worden begroot in plaats van in latere jaren.
Ambitie 3 Schone energie voor iedereen
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 3-1
Actuele informatie zorgt ervoor dat al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin de lastneming van de subsidies wordt verantwoord of waarin we verwachten dat we de middelen gaan inzetten. Het gaat om € 2,6 miljoen aan lasten die in latere jaren worden begroot.
Ambitie 4 Een welvarend Zuid-Holland
Vrijval van middelen beleidsdoel 4-1 en 4-2
- Op basis van actuele inzichten blijkt een verwachte vrijval van middelen vanuit MIT-subsidies iets lager uit te vallen. Daarom wordt voor € 0,2 miljoen aan eerder verwerkte vrijval teruggedraaid.
- Op basis van actuele inzichten blijkt dat een deel van het budget voor glastuinbouw per abuis te hoog was opgenomen bij de voorjaarsnota. Dit gaat om € 54.000 en dat valt vrij ten gunste van het begrotingssaldo.
- Met de Voorjaarsnota 2020 stemde Provinciale Staten in met het voorstel om een incidentele begrotingssubsidie te verlenen aan de gemeente Wassenaar voor de instandhouding van Huize Ivicke. Dit was bedoeld om het (financiële) risico voor de gemeente om te kunnen optreden in het kader van last onder bestuursdwang te beperken. De Raad van State heeft de gemeente Wassenaar grotendeels in het gelijk gesteld. Dat betekent dat de middelen die de provincie beschikbaar stelde weer zijn terugbetaald. Dit gaat om € 0,4 miljoen.
- In het eerste halfjaar van 2025 zijn subsidies Erfgoedlijnen en restauratieprojecten, die in eerdere jaren zijn verstrekt, lager vastgesteld. Die middelen ontvangen we terug van de subsidieontvangers en vallen vrij ten gunste van het begrotingssaldo. Dit gaat om € 0,4 miljoen.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 4-1 en 4-2
Actuele informatie zorgt ervoor dat al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin de lastneming van de subsidies wordt verantwoord of waarin we verwachten dat we de middelen gaan inzetten. Het gaat om € 20,1 miljoen aan lasten die in latere jaren worden begroot.
Ambitie 5 Gezonde natuur, toekomstbestendig watersysteem en vitale landbouw
5-1 Decentralisatieuitkering meicirculaire
Via de meicirculaire provinciefonds ontvingen we diverse bijdragen die nu in de begroting worden geraamd in de jaren waarin we verwachten die middelen te gaan inzetten:
- € 6.000 voor Tegemoetkoming begunstigden GLB-regeling
- € 0,4 miljoen voor Verbeterprogramma Vogelhabitatrichtlijn (VHR) monitoring
- € 0,3 miljoen voor Uitvoering Beleidsprogramma Nationale Parken
- € 7.220 voor Uitvoering van de Landelijke beëindigingsregelingen voor veehouderijlocaties (Lbv en Lbv-plus)
- € 0,6 miljoen voor Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)
- € 70.000 voor Implementatie van de Natuurherstelverordening (NHV)
5-1 Vrijval deel middelen natuurmonitoring
Op basis van actuele inzichten verwachten we dat er incidenteel middelen kunnen vrijvallen binnen het bestaande budget voor natuurmonitoring. Het gaat om een bedrag van € 0,3 miljoen op een totaalbudget van € 2,3 miljoen.
Deze vrijval komt voort uit de cyclische aard van monitoring: Door de cyclische opzet van monitoring zijn de jaarlijkse kosten niet gelijk verdeeld. In 2025 vinden er volgens deze cycli minder monitoringsmomenten plaats dan in 2024 en hierdoor zijn de kosten in 2025 relatief lager. Daarnaast dekken sommige (interne) opdrachten en projecten de monitoringkosten binnen hun eigen budget, waardoor minder centrale middelen nodig zijn. Het is belangrijk om te benadrukken dat de inhoudelijk geplande monitoringmomenten blijven bestaan.
5-1 Tegemoetkoming faunaschade
De kosten voor faunaschade nemen toe. De definitieve afrekening van BIJ12 over het jaar 2023 en 2024 is hoger (€ 1,7 miljoen) uitgevallen. Voor het lopende jaar wordt een stijging in kosten voorzien (€ 5 miljoen) door hogere gewasprijzen en door een grote toename van schademeldingen, onder andere voor soorten die pas na juli 2023 in aanmerking kwamen voor vergoeding vanwege het vervallen van de landelijke vrijstelling.
5-2 Vrijval structurele onderbesteding bedrijfsvoeringsbudget
Op basis van een analyse van de jaarlijkse onderbesteding wordt het structurele bedrijfsvoeringsbudget binnen het domein Water, Klimaat en Natuur met € 145.000 verlaagd. Dit draagt bij aan realistisch begroten.
5-2 Aanvulling uitvoeringsbudget RVO voor GLB/NSP
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) draagt voor alle provincies zorg voor de subsidieopenstelling van het GLB/NSP en afhandeling van die subsidies met Europa. Door de RVO is aangegeven dat de uitvoeringskosten toenemen. Hiervoor wordt structureel € 0,8 miljoen aan middelen toegevoegd aan de begroting.
5-3 Vrijval deel middelen Water t.b.v. dekking kosten crisissituatie bij Valkenburgse Meer
In beleidsdoel 2-2 is toegelicht dat we kosten maken voor de afwikkeling van de crisissituatie bij het Valkenburgse Meer. Die waren niet in de begroting voorzien bij beleidsdoel 2-2. Vanwege de relatie met waterveiligheid is vanuit beleidsdoel 5-3 hiervoor € 0,45 miljoen aan budget vrijgemaakt.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 5-1, 5-2 en 5-3
Actuele informatie zorgt ervoor dat al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin de lastneming van de subsidies wordt verantwoord of waarin we verwachten dat we de middelen gaan inzetten. Het gaat om € 11,1 miljoen aan lasten die in latere jaren worden begroot.
Ambitie 6 Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland
Vrijval van middelen beleidsdoel 6-1 en 6-2
- In het eerste halfjaar van 2025 zijn diverse subsidies voor Wonen, die in eerdere jaren zijn verstrekt, lager vastgesteld. Die middelen ontvangen we terug van de gemeenten en vallen vrij ten gunste van het begrotingssaldo. Dit gaat om € 0,6 miljoen.
- Op basis van actuele inzichten verwachten we dat er incidenteel middelen kunnen vrijvallen vanuit bestaande budgetten voor onder andere het gebiedsprogramma en de ruimtelijke doorwerking omgevingsbeleid. Dit gaat om € 0,8 miljoen.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 6-1 en 6-2
Actuele informatie zorgt ervoor dat de al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin de lastneming van de subsidies wordt verantwoord. Dit betreft voor € 4 miljoen aan al verstrekte subsidies voor de subsidieregeling Wonen en voor € 0,1 miljoen aan lastneming van de Samenwerkingsovereenkomst lnnovatiedistrict Delft.
Ambitie 7 Gezond en veilig Zuid-Holland
7-1 Decentralisatieuitkering meicirculaire: Dumping drugsafval
Via de meicirculaire provinciefonds ontvingen we € 0,175 miljoen als bijdrage voor de schade die particulieren en gemeenten ondervinden door drugsafvaldumpingen op hun grond.
7-1 Incidentele teruggave Omgevingsdiensten
We laten incidenteel € 1,9 miljoen vrijvallen uit het budget voor de Omgevingsdiensten. Dat kan door een uitkering aan de provincie van het positieve jaarrekeningresultaat 2024 van de DCMR (€ 1,1 miljoen) en door lagere kosten voor de uitvoering van de werkplannen over 2024 (€ 0,4 miljoen). Daarnaast verwachten we dat de kosten voor de uitvoering van de werkplannen 2025 wat lager uitvallen dan begroot (€ 0,4 miljoen).
7-2 Stimuleren sport en bewegen
We stellen voor om voor het stimuleren van sport en bewegen aanvullende middelen beschikbaar te stellen:
- € 0,5 miljoen in 2025 voor het honoreren van goede projecten voor een beweegvriendelijke leefomgeving.
- € 0,4 miljoen in totaal voor de periode 2025-2027 voor het aanjagen van een regionale aanpak voor aangepast sporten.
7-2 Structurele vrijval budget Provinciale Adviescommissie Leefomgeving (PAL)
In het coalitieakkoord is aangegeven dat strategische kennisdeling plaatsvindt via Kennis Zuid-Holland, waardoor de Provinciale Adviescommissie Leefomgeving overbodig is geworden. Het jaarlijkse budget van € 67.000 is in 2025 ingezet voor Toerisme, maar valt vanaf 2026 structureel vrij.
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 7-2
Actuele kennis zorgt ervoor dat € 3,7 miljoen aan begrote middelen in 2025 nu wordt ingezet in 2026. Deze raming is gebaseerd op de verwachte lastneming van subsidies met betrekking tot recreatie, sport en toerisme.
Overzicht Organisatie
Arbeidscapaciteit
Het realistisch ramen van de benodigde middelen voor arbeidscapaciteit heeft onze blijvende aandacht. In deze najaarsnota zijn in dat kader de volgende bijstellingen verwerkt:
- Jaarlijks ontvangen we inkomsten vanuit het UWV die verband houden met ziekte- of zwangerschapsverlof. Daarnaast ontvangen we jaarlijks inkomsten die verband houden met de detachering van provincieambtenaren naar andere organisaties. Deze inkomsten kunnen jaarlijks fluctueren. Op basis van de realisatie van afgelopen jaren ramen we deze inkomsten op € 1,5 miljoen per jaar.
- Zie verder onderdeel C 'Ontwikkelingen binnen Algemene middelen'
Diverse bijstellingen in tijd beleidsdoel 8-1
Actuele informatie zorgt ervoor dat de al begrote middelen worden opgenomen in de jaren waarin we verwachten dat we dit gaan besteden. Dit betreft de middelen voor het programma Informatietransitie en het programma Financiële processen en systemen (Versterking Financiële Functie).
C: Ontwikkelingen binnen Algemene middelen
Provinciefonds
Op 24 juni 2025 stuurden wij een brief aan Provinciale Staten met informatie over de financiële effecten van de meicirculaire van het provinciefonds. Die financiële effecten zijn verwerkt in deze najaarsnota.
Jaarschijf 2030 wordt in deze najaarsnota voor het eerst toegevoegd aan de begroting (T+5 jaar). Dat verklaart de sterke stijging in dat jaar.
Bijstellen kapitaallasten (rente)
Als gevolg van een naar beneden bijgestelde korte termijn liquiditeitsprognose valt de stand van het saldo liquide middelen dat uitstaat bij schatkistbankieren lager uit. Als gevolg hiervan worden de rentebaten naar beneden bijgesteld.
Arbeidscapaciteit
Het realistisch ramen van de benodigde middelen voor arbeidscapaciteit heeft onze blijvende aandacht. In deze najaarsnota zijn in dat kader de volgende bijstellingen verwerkt:
- Het benodigde loonkostenbudget is opnieuw berekend waarbij een relatieve schaalpositie (RSP) is gehanteerd van 95,7%. Hiermee is dus rekening gehouden met het gegeven dat niet elke medewerker op de hoogste trede van de salarisschaal is ingedeeld. Daarnaast is ook rekening gehouden met een jaarlijkse vacatureruimte van 50 fte. Deels wordt dit opgevangen door externe inhuur. Voor 2025 leidt dit tot een incidentele vrijval van € 7,9 miljoen.
- Arbeidscapaciteit die wordt ingezet op (investerings)projecten wordt jaarlijks ten laste gebracht van die projecten. In de provinciale begroting is dit ingeschat op circa € 16 miljoen. Op basis van actuele inzichten, waaronder openstaande vacatures en gewijzigde inzet van arbeidscapaciteit, is deze inschatting voor 2025 verlaagd met € 4 miljoen.
- Het realistisch ramen van arbeidscapaciteit door toepassing van de relatieve schaalpositie en het inschatten van een jaarlijkse vacatureruimte brengt het risico met zich mee dat de realisatie onverhoopt toch hoger uitvalt dan voorzien. Als dat inzicht pas ontstaat ná afronding van de najaarsnota, dan kan dit niet meer via de reguliere P&C-cyclus worden bijgesteld. Het risico op budgetoverschrijdingen die leiden tot een niet-acceptabele begrotingsonrechtmatigheid neemt daarmee toe. Daarnaast geldt dat in onze ramingen en schattingen van de budgetten voor arbeidscapaciteit nog de nodige onzekerheden zitten. We stellen daarom voor om de onderbesteding op arbeidscapaciteit in 2025 te storten in een nieuwe bestemmingsreserve Arbeidscapaciteit. Dit gaat om € 5,4 miljoen (= € 7,9 miljoen lagere lasten -/- € 4 miljoen minder doorbelasting + € 1,5 miljoen hogere baten).
- In de Kadernota 2026 meldden we al dat een aanvulling van het meerjarige budget voor arbeidscapaciteit noodzakelijk is om de taken op het huidige niveau uit te voeren. Zonder die aanvulling neemt het beschikbare budget voor arbeidscapaciteit namelijk af, terwijl er geen afname is van het aantal taken. In deze najaarsnota is daarom een meerjarige aanvulling opgenomen van het benodigde budget. Bij die aanvulling is gerekend met een relatieve schaalpositie van 95,7% en een jaarlijkse vacatureruimte van 50 fte.
- Meer informatie is opgenomen in de Paragraaf Arbeidscapaciteit .
Bijstellen opbrengsten precario
De provincie heft precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. De raming van de meerjarige precario-inkomsten is geactualiseerd op basis van de realisatie van afgelopen jaren. Dit leidde tot een verlaging van de baten van € 30.000 in 2025 en € 150.000 vanaf 2026.
Bijstellen vennootschapsbelasting
Op basis van actuele inzichten is de raming aangepast van de te betalen vennootschapsbelasting. Dit betreft de grondontwikkeling in de commanditaire vennootschappen (C.V.’s) waar de provincie een aandeel in heeft.
Bijstellen dividend
Op basis van actuele inzichten is de raming aangepast van de te ontvangen inkomsten uit dividenden. Dit leidde tot een verhoging van de baten van € 169.000 per jaar.
Vrijval resterend saldo reserve UPG40
De bestemmingsreserve Uitvoeringsprogramma Groen 40 (UPG40) heeft een einddatum van 2025. Op basis van de huidige inzichten kunnen de resterende middelen van € 2,4 miljoen vrij vallen ten gunste van het begrotingssaldo. Mocht bij het opstellen van de jaarrekening 2025 blijken dat er nog nagekomen kosten zijn, dan worden die ten laste van het jaarrekeningresultaat gebracht.