De onderzoeken voor 2 kerngebieden binnen het ZH-PLG lopen in 2025 vertraging op (Kust & Duinen en het Veenweidengebied). Dit komt doordat we te weinig deelgebiedsmanagers en -projectleiders hebben.
Het budget voor deze onderzoeken (€ 1,7 miljoen) schuift daarom door naar 2026. Dekking uit het begrotingssaldo.
Verder verwachten we in 2025 kosten voor het project Strypse Wetering (€ 0,5 miljoen) en uitbreiding van bos in de Zuid-Hollandse Delta (€ 0,5 miljoen). Dekking uit provinciale middelen en de rijksbijdrage.

De aanleg van nieuwe natuur en natuurinclusieve landbouw in Buijtenland van Rhoon, kost in 2025 minder. De oorzaak hiervan is dat de gebiedscoöperatie minder subsidie aanvroeg dan verwacht. Dit omdat zij dit jaar minder inrichtingsmaatregelen treft. Een deel van het budget van 2025 schuift daarom door naar 2026. Dekking uit het begrotingssaldo.
Verder zijn er gesprekken over het verkrijgen en inrichten van de laatste gronden die nodig zijn. Hierdoor schuift het budget van 2025 en 2026 naar latere jaren in de begroting. Fasering via het begrotingssaldo.

Bij de Jaarrekening 2024 hieven we de reserve voor het programma Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS) op. Een bedrag van € 0,4 miljoen is voor de komende jaren beklemd bij de Voorjaarsnota 2025. Dit is voor activiteiten die horen bij lopende afspraken voor weidevogel-kerngebieden en kosten voor natuurmonitoring. Nu bekend is wanneer de activiteiten zullen plaatsvinden, passen we het budget daarop aan. Fasering via het begrotingssaldo.

We ontvingen een voortgangsrapportage van een subsidieontvanger. Dit gaat over de uitvoering van het Watergebiedsplan binnen de gebiedsovereenkomst Veenweide Krimpenerwaard.
Vanwege de bijgewerkte planning vroeg de ontvanger ons het kasritme aan te passen. Lasten van € 1,6 miljoen schuiven door naar 2026. Fasering via het begrotingssaldo.

De provincie ontving een specifieke uitkering (SPUK) van het Rijk. Dit geld gebruiken we voor het helpen bij en opstellen van soortenmanagementplannen (onderzoek naar beschermde diersoorten) door gemeenten. Daarvoor komt € 2,9 miljoen beschikbaar. Dekking uit de rijksbijdrage.

Bij de Voorjaarsnota 2024 werd geld beschikbaar gesteld voor activiteiten om de waterteunisbloem (invasieve exoot die niet thuishoort in Nederland) te bestrijden. Een deel van die activiteiten loopt in het Natura 2000-gebied Haringvliet door naar volgend jaar. Daarvoor plannen we € 0,5 miljoen in 2026. Fasering via het begrotingssaldo.

Voor het onderdeel faunaschade nemen de kosten toe. De definitieve afrekening van BIJ12 over het jaar 2023 en 2024 is hoger (€ 1,7 miljoen) uitgevallen dan eerder was voorzien. Ook voor het lopende jaar wordt een aanzienlijke stijging (+ € 5,0 miljoen) voorzien. De oorzaak hiervan is een grote toename van schademeldingen, onder andere voor soorten die pas na juli 2023 in aanmerking kwamen voor vergoeding vanwege het vervallen van de landelijke vrijstelling. Daarnaast worden de gewasprijzen hoger en daarmee de hoogte van de schade. In totaal gaat het om € 6,7 miljoen. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.

Voor de opdracht Natuurinclusief bereiden we een meerjarige subsidieverlening voor The Green Village in Delft. Dit om innovaties op dit gebied mogelijk te maken. De activiteiten en daarbij behorende kosten vinden in latere jaren plaats. Het beschikbare budget nemen we op voor 2027 en 2028. Fasering via het begrotingssaldo.

In 2025 stelden Gedeputeerden Staten een subsidie voor melkveehouders (Subsidieregeling Landbouw) open.
Via deze subsidieregeling kenden we een deel van het geld al toe, een deel is in aanvraag, en een deel is (nog) beschikbaar. Vooral op onderdeel 2 (technische investeringen) viel het aantal aanvragen lager uit. Dit komt doordat nieuwe uitspraken van de rechter het moeilijker maakt om een omgevingsvergunning te krijgen. Later in 2025 is er een tweede ronde van deze subsidie. Daarmee verwachten we een deel van het geld alsnog uit te geven.
Het beschikbare budget (€ 3,4 miljoen) schuift door naar volgende jaren (2026: € 1,3 miljoen, 2027: € 1,8 miljoen, 2028: € 0,3 miljoen). Fasering via het begrotingssaldo.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit

Voor de uitvoering van het NSP (opvolger POP3) is het kasritme aangepast. Dit doen we op basis van de openstellingskalender en een eerdere openstelling waarvoor subsidies zijn verleenden.
Voor de maatregel ‘Samenwerking Innovaties Europees Innovatie Partnerschap (EIP)’ en LEADER (Liaison Entre Actions de Développement de l’Économie Rurale) vinden de lasten in latere jaren plaats. De verschillende projecten krijgen over meerdere jaren subsidies verleend, het kasritme is hierop aangepast.
Daarnaast zullen de uitvoeringskosten vanuit het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) toenemen voor de subsidieopenstelling en afhandeling met Europa. Het budget hiervoor is vanaf 2025 blijvend hoger.
De aangepaste lasten dekken we voor € 1 miljoen uit een EU-bijdrage (zie ook baten), voor € 1,6 miljoen uit de reserve ‘Groene Ambities’, voor € 0,8 miljoen ten laste van het begrotingssaldo, en voor € 0,8 miljoen dekking ten gunste van het begrotingssaldo (activiteiten vinden later plaats).

We passen het budget (verwachte kasritme) aan voor het landbouwbeleid, volgens de uitvoeringsagenda die in ontwikkeling is, daardoor schuift er budget (€ 2 miljoen) door naar latere jaren. Verschuiving van budget komt door zowel de benodigde voorbereidingstijd van subsidieregelingen, als door onduidelijkheid en vertraging op rijksniveau (wegvallen NPLG en de val van het kabinet).
Daarnaast wordt er gewerkt aan een subsidieregelingen die in 2026 nodig is om geld vanuit amendement 922 (impuls voor toekomstbestendige innovaties land- en tuinbouw) te kunnen uitgeven. Dit is een van de redenen waarom bedrag van € 1 miljoen uit amendement doorschuift naar latere jaren. Fasering via het begrotingssaldo.

Verschillende kleine aanpassingen zorgen samen voor lagere lasten: € 0,2 miljoen. € 0,1 miljoen dekking ten gunste van de reserve ‘Groene Ambities’ en € 0,1 miljoen ten gunste van het begrotingssaldo.

Dit voorjaar zakte en vloeide de bodem weg (zettingsvloeiing) bij het Valkenburgse Meer. De kosten voor deze crisis waren niet opgenomen in de begroting. Voor de afwikkeling ervan is onderzoek naar de oorzaak nodig.
Door de koppeling met waterveiligheid maken we binnen dit beleidsdoel € 0,4 miljoen vrij.
De verder afwikkeling en verantwoording doen we binnen beleidsprestatie 2-2-1 Beheer en onderhoud op orde en duurzaam. Dekking ten gunste van het begrotingssaldo.

In de Najaarsnota 2024 is een begrotingssubsidie goedgekeurd. Dit is voor het Hoogheemraadschap van Delfland. Het geld is voor de bouw en het gebruik van een gezamenlijke zuivering (€ 0,2 miljoen in combinatie met Beleidsdoel 4-1). De subsidieaanvraag is nog niet binnen. Daarmee schuiven de activiteiten en het geld door naar 2026. De begrotingssubsidie is vastgesteld in de Najaarsnota 2024 onder Ambitie 4. De dekking van € 0,2 miljoen komt ten gunste van het begrotingssaldo.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit

Voor 2025 dekt een rijksbijdrage de kosten voor projecten van het ZH-PLG. Het gaat daarbij om de projecten in de Strypse Wetering (€ 0,5 miljoen) en uitbreiding van bos in de Zuid-Hollandse Delta (€ 0,5 miljoen), zie ook toelichting lasten. Dekking uit rijksbijdrage

In 2025 zijn de kosten lager voor de aanleg van nieuwe natuur (voor de opdracht Buijtenland van Rhoon), zie toelichting lasten. De hieraan gekoppelde baten uit de overlopende passiva stellen we bij.

De provincie ontving een specifieke uitkering (SPUK) van het Rijk. Dit geld gebruiken we voor het helpen bij en opstellen van soortenmanagementplannen door gemeenten. We verhogen de baten hiervoor met € 2,9 miljoen, zie ook lasten. Dekking uit rijksbijdrage.

In de Najaarsnota 2025 brengen we de bijdrage uit het NSP (opvolger POP3) in lijn met de subsidielasten (verplichtingen) voor 2025. Hierdoor nemen de baten in 2025 toe met € 1,1 miljoen. Dekking uit EU-bijdrage (zie ook bij lasten).